Wat is een shunt

Om hemodialyse te kunnen doen, moet er een toegang zijn tot een ader. Een gewone ader is hiervoor niet geschikt, want die is niet stevig genoeg om elke keer aangeprikt te worden. Ook stroomt er niet genoeg bloed doorheen om in een paar uur tijd al het bloed te zuiveren. Daarom wordt door middel van een kleine operatie een ader gedeeltelijk verbonden met een slagader. Er gaat dan meer bloed stromen door de ader en de wand wordt steviger en dikker. Zo’n verbinding heet een shunt. Meestal wordt een shunt aangelegd in een arm heel soms in het been. Een shunt is aan de buitenkant te zien. Door de toegenomen druk kan de ader op sommige plekken wat uitstulpen. Een shunt heeft ongeveer zes weken nodig om zich te ontwikkelen tot een ader die voor dialyse geschikt is. Daarom wordt de shunt meestal een paar maanden voordat iemand gaat dialyseren aangelegd. Met een shunt kun je gewoon alle dagelijkse dingen doen, zoals boodschappen doen, douchen of zwemmen. Ook kun je sporten met een shunt. Wel is het raadzaam geen sporten te doen waarbij de shunt beschadigd kan raken, zoals volleybal.